HET REGIMENT
Een Regiment infanterie was tot begin vijftiger jaren van de vorige eeuw een gevechtseenheid bestaande uit drie tot vijf bataljons. Door de verregaande samenwerking met cavalerie-eenheden werd overgegaan naar brigadevorming. Het Regiment bleef wel een functie houden zijnde een traditie- en saamhorigheidsverband van allen die tot het betreffende regiment behoorden, dan wel hadden behoord. Het Regiment verbindt het heden met het verleden, zowel met betrekking tot personen, als in het behouden van gewoonten en gebruiken.
Dit geldt ook voor ons Regiment Limburgse Jagers, dat de geschiedenis en tradities van drie voormalige nummerregimenten, het 2e, 6e en 11e Regiment Infanterie voortzet en ook de daarvan afgeleide voormalige oorlogsregimenten, qua geschiedenis en tradities bewaart.
In haar eerste commandant, Luitenant-kolonel J.L.H.A. Antoni, had het Regiment Limburgse Jagers de juiste commandant getroffen, een traditionalist bij uitstek. Hij heeft het nieuwe, zijn, Regiment op de kaart gezet.
In dit item worden de ontstaansgeschiedenis, de uitingsvorm van het Regiment en haar organisatie en commando verwoord en verbeeld.
NAAMGEVING
Na de Tweede Wereldoorlog moest Nederland een nieuw leger opbouwen. Al snel ontstond het idee om de nummers van de regimenten te vervangen door een passende naam. De naam moest slaan op de geschiedenis van het regiment of de verbondenheid met een bepaalde provincie/regio uitdrukken, zoals dat ook in het Britse regimentssysteem bestaat. Dit zou de korpsgeest vergroten. Zo ontstonden in 1950 de regimentsnamen zoals we die nu kennen.
Op zoek naar een naam
Het regiment moest een aansprekende naam krijgen. Iemand opperde 'Linieregiment van Phaff', naar het oudste stamonderdeel van het 2e Regiment Infanterie. Dat idee verdween weer snel van tafel, omdat kolonel J.E. Phaff niet echt een 'bekende Nederlander' was.
Een andere mogelijkheid was 'Limburgse Jagers'. Een rapport uit 1946 noemde deze naam al als voorbeeld van een naam die het regionale karakter goed weergaf. Het 2e Regiment Infanterie was natuurlijk een echt Limburgs regiment. En er waren meer argumenten om deze naam te kiezen.
Het Nederlandse staatshoofd (de koning of koningin) voerde in het verleden ook de titel van hertog(in) van Limburg. 'Limburgse Jagers' onderschreef indirect dus ook de verbondenheid tussen het regiment en het Huis van Oranje. Verder waren er in het verleden twee legereenheden geweest die ook die naam voerden:
- het Limburgs-Luxemburgs Bondscontingent 'Limburgse Jagers' uit de 19e eeuw.
- het Bijzonder Vrijwillige Landstormkorps 'Limburgsche Jagers', dat van 1915-1940 heeft bestaan
Kolonel J.L.H.A. Antoni hakte in 1950 de knoop door. Het regiment trad als ‘Limburgse Jagers’ een nieuw tijdperk binnen.
REGIMENTSEMBLEEM EN -KLEUREN
Limburgse Jager ben je in hart en nieren. Buitenstaanders zien het aan het embleem op je baret of op de kraagspiegels. Kolonel J.L.H.A. Antoni drukte een stevige stempel op dit regimentsembleem. Hij symboliseerde met het embleem de verbondenheid van het regiment met Limburg. Ook gaf hij met het embleem uitdrukking aan het eigen karakter van de Limburgse Jager.
Het embleem bestaat uit 3 duidelijk herkenbare onderdelen: de jachthoorn, het zwaard, en het eikenloof.
- De jachthoorn stond al op het wapenschild van het graafschap Horne, dat ook deel uitmaakt van het provinciewapen van Limburg.
- Het zwaard is een kort Romeins zwaard, dat we ook terugvinden in het rijkswapen. Het opgeheven zwaard staat voor strijd en de weerbaarheid van Nederland. Het herinnert de Limburgse Jager ook aan het belang van geoefendheid met het wapen.
- Tussen de hoorn en het zwaard krult eikenloof. De eik is een symbool van kracht. Het blad van de eik is ook een symbool van overwinning. Maar de eik staat vooral symbool voor de provincie Limburg. Kolonel Antoni liet zich hierbij inspireren door het Limburgse volkslied. Op het baretembleem zijn nog maar twee eikels te zien, maar in het echte korpsembleem staan 3 eikels. De eikels zijn de vruchten van de machtige eik. Zij staan voor de drie infanterieregimenten waaruit RLJ in 1950 is ontstaan. Dat zijn het 2e, 6e en 11e Regiment Infanterie.
De Regimentskleuren zijn karmozijnrood en jagersgroen. Deze kleuren zijn gebaseerd op de kleuren van de jagergroene wapenrok van het Limburgs bondscontingent, die afgezet was met karmozijnrode biezen. Deze kleuren worden nu gebruikt in de baretondergrond, de kraagspiegel op het dagelijks tenue, het ceremonieel tenue en in veel andere uitingen van het Regiment, als vlaggen, shirts, stickers, etc. .
WAPENSPREUK EN MOTTO
In 1950 liet kolonel J.L.H.A. Antoni niet alleen een korpsembleem voor het regiment ontwerpen. Hij wilde hierbij ook een wapenspreuk (een devies) om te benadrukken waar de Limburgse Jager voor staat.
Het werd REGI LIMBURGIAE JUVENTUS. Regi staat voor 'de koning' (in onze Grondwet wordt de mannelijke vorm geschreven). Limburgiae verwijst weer naar de provincienaam en Juventus staat voor 'weerbaarheid en jeugd'. Kortom, de wapenspreuk bij het korpsembleem betekent 'De weerbare jeugd van Limburg voor de Koning'.
Het devies was bedoeld als een aansporing, maar herdacht ook de daden van de voorgangers van het Regiment. Let nog even op de beginletters van de woorden in de spreuk!
De wapenspreuk is niet hetzelfde als het motto. Dat was lange tijd: ‘Niet beter, wel anders’. Die lijfspreuk onderstreepte de eigenheid van het ‘Limburgse’ regiment, en het wakkerde natuurlijk een gezonde competitie tussen de verschillende infanterieregimenten aan. In 2017 kwam er een nieuw motto, geïnitieerd door de vorige Regimentscommandant Luitenant-kolonel Goossens: ‘Voor elkaar. Altijd!’. Echt Limburgs was het regiment allang niet meer, maar de regimentsleden stonden nog altijd pal voor elkaar en voor Nederland. Daarnaast betekent het motto ook dat de Limburgse Jagers hun zaken voor elkaar hebben, altijd.
Saamhorigheid en trouw zijn groot goed voor de Limburgse Jagers! Dat neemt niet weg dat de Limburgse Jagers 'iets' eigens hebben. Wat hen anders maakt dan anderen, weet alleen de Limburgse Jager. Het is een gevoel! En dat verandert niet, want: 'eens Limburgse Jager, altijd Limburgse Jager'.
ORGANISATIE EN COMMANDO
Het Regiment is zoals eerder aangegeven een traditiestructuur. Dat wil zeggen dat alle eenheden en individuele leden van het Regiment daaronder ressorteren. Sinds haar oprichting in 1950 heeft het Regiment vele eenheden onder haar hoede gehad zoals het 2e Depot Infanterie waar tot 1964 de basisopleidingen werden gegeven voor de parate eenheden, zoals 322 Bat LJ, 412 Bat LJ, 432 Bat LJ, 16 Bat LJ, en 42 Bat LJ. Ook diverse zelfstandige compagnieën, als de Demonstratiecompagnieën en de compagnieën van de 13e Brigade. Lees hier meer over onder het kopje Geschiedenis item Koude Oorlog. Heden ten dage is alleen het 42e Bataljon Limburgse Jagers in Oirschot de actieve eenheid.
Het Regiment wordt gecommandeerd door de Regimentscommandant die tevens Commandant is van het 42e Bataljon Limburgse Jagers, Luitenant-kolonel Rutger Saathof. Hij wordt bijgestaan door de Regimentsadjudant, Adjudant Pieter Smit en de Regimentskapitein, Kapitein Peggy van Haren. Het Regimentscommando is gevestigd in de Generaal-Majoor de Ruyter van Steveninckkazerne te Oirschot.